Vogels zijn leuk om te fotograferen.
Deze foto’s zijn gemaakt in Nederland
Vleugels, veren en eieren
Als een dier vleugels en veren heeft, dan weet je dat het een vogel is. De meeste kunnen vliegen. Struisvogels en pinguïns niet. Maar toch zijn dat ook vogels, want ze hebben wel vleugels en veren. Er bestaan ook andere dieren die kunnen vliegen, bijvoorbeeld vleermuizen. Toch zijn dat geen vogels, want ze hebben geen veren. Alle vogels leggen eieren met een harde schaal. Als de eieren warm gehouden worden (broeden), komen daar na een tijdje de kuikens uit.
Heel veel soorten vogels
Er bestaan duizenden verschillende soorten op de wereld, van klein tot groot. De grootste ter wereld zijn de struisvogels. Die leven in Afrika en ze kunnen wel meer dan 2 meter hoog worden. De kleinste ter wereld is de kolibrie. De allerkleinste kolibrie is maar 5 centimeter groot en weegt minder dan 2 gram.
Trekvogels en standvogels
In Nederland komen er ongeveer 280 verschillende soorten vogels voor. In de winter trekken er veel weg naar warmere landen in Afrika. Bijvoorbeeld de spreeuwen. Maar er komen er ook hiernaartoe vanuit het noorden van Scandinavië. Bijvoorbeeld ganzen. Want daar is het in de winter veel kouder dan in Nederland. In het voorjaar komen de ze vanuit Afrika weer hiernaartoe en de vogels uit Scandinavië gaan weer terug naar het noorden. Degenen die in de winter naar andere landen vertrekken, noem je trekvogels. Er zijn ook veel vogelsoorten die in de winter hier blijven. Die noem je standvogels.